Het wetsvoorstel regelt dat een vrouw die als prostituee wil werken, zich moet aanmelden bij een ambtenaar van de gemeente. Zij moet haar paspoortgegevens afgeven. De ambtenaar registreert haar gegevens in het landelijk register van prostituees. Eerder was voorgesteld de prostituee een pasje, de zogenaamde ‘peespas’, te geven, maar dat onderdeel is vervallen. Het landelijke register (database) is vervolgens toegankelijk voor toezichthouders en politieambtenaren. Als de ambtenaar gedwongen prostitutie vermoedt, is dat geen reden om inschrijving als prostituee te weigeren. Registratie is geldig voor 3 jaar en 3 maanden, maar hoe lang gegevens daadwerkelijk bewaard blijven, is niet in het wetsvoorstel opgenomen.
Het is de bedoeling dat klanten controleren of ze met een geregistreerde prostituee te maken hebben. Hoe dat moet gebeuren is nog niet duidelijk. Klanten die gebruik maken van niet geregistreerde prostituees zijn volgens dit wetsvoorstel strafbaar.
Het probleem is dat de prostituee niet meer anoniem haar werk kan doen. Prostituees maken zich volgens een inventarisatie van Nieuwsuur zorgen (PDF) dat hun gegevens bijvoorbeeld op internet terecht kunnen komen. Omdat prostitutie bij veel mensen een taboe is, kunnen prostituees hierdoor in de problemen komen. De kans is reëel dat meer prostituees om deze reden illegaal gaan werken. In plaats van misstanden oplossen, zou de wet dan juist meer illegaliteit veroorzaken.
Anderzijds schatten politiecontroleurs dat op de wallen in Amsterdam 50%-90% van de vrouwen tegen haar wil in de prostitutie werkt en dat er veel sprake is van mensenhandel. Opheffen van anonimiteit kan dan een goede mogelijkheid zijn om de instanties (als gemeenten, politie en OM, GGZ) hun controlerende en vooral ook beschermende taak te laten uitvoeren. Misstanden voorkomen zou een belangrijke afweging kunnen zijn om genuanceerd te kijken naar deze registratieplicht.