Onderwijs is de basis van een informatiesamenleving. Via het onderwijs leren mensen hoe ze met de informatiesamenleving om kunnen gaan en welke waarde informatie heeft. Gedegen onderwijs helpt mensen een denkkader te ontwikkelen waarin nieuwe informatie ingepast kan worden. Zonder zulk onderwijs is informatie waardeloos.
Informatie werd vóór het internettijdperk voornamelijk geordend en gewaardeerd door professionals. Journalisten schreven in kranten en tijdschriften, wetenschappers publiceerden onder elkaar en redacteuren stelden een encyclopedie samen. In de informatiesamenleving moet iedereen informatie kunnen ordenen en waarderen. Iedereen is journalist, wetenschapper en redacteur. Dat vereist een brede algemene kennis die verder gaat dan de hoofdlijnen van het nieuws. Nieuws is dat wat afwijkt van het normale. Onderwijs leert ons wat normaal is, zodat we zelf kunnen beslissen of we ons aan willen passen of niet.
Onderwijs op alle onderwijsniveaus is een burgerrecht. Zonder onderwijs tot op het niveau dat iemand aankan kan een persoon bovendien niet optimaal functioneren in een informatiesamenleving. Iedereen die daarvoor de kwaliteiten en de wil heeft, moet van elk onderwijsniveau kunnen doorstromen naar een volgend niveau.
Burgers hebben fundamentele kennis en kunde nodig om in de informatiesamenleving te functioneren. Daarom moet iedere burger toegang hebben tot onderwijs, om zo actief mogelijk deel te kunnen nemen aan de vrije informatiesamenleving.
In de vrije informatiesamenleving ligt er een grote nadruk op alle vormen van informatie. Daarom moet worden onderwezen wat informatie is, hoe je er mee omgaat, wat je er mee kan, en wat het verschil is tussen 'open', 'vertrouwelijke' en 'persoonlijke' informatie.
Het volgen van lessen en het toetsen van kennis en vaardigheden zijn twee aparte zaken. Studenten moeten toetsen kunnen maken zonder het standaard onderwijs daarvoor te volgen. Lessen moeten als doel hebben de student te ondersteunen, zij dienen niet als aanwezigheidscontrole.
Les- en leermaterialen moeten zoveel mogelijk vrij en online toegankelijk worden. Leermaterialen die worden bekostigd door de overheid moeten open ontwikkeld worden en vrij toegankelijk zijn. Op deze manier kan iedereen op de wereld ervan profiteren. (Barnes 2011)
Colleges zijn mede met overheidsgeld betaald. Deze kennis moet zoveel mogelijk open en vrij toegankelijk zijn. Het beschikbaar maken van alle colleges biedt studenten flexibiliteit en niet-studenten toegang tot de mede met overheidsgeld betaalde colleges. Het online beschikbaar stellen van colleges maakt het voor studenten bovendien mogelijk vooraf de kwaliteit van een collegereeks of docent te bepalen en colleges bij andere instellingen te volgen. (Sa et al. 2003) (Pollak 2008)
Het ontwikkelen en delen van open source software, bedoeld voor onderwijs, maakt de ontwikkeling van onderwijsomgevingen efficiënter, stimuleert samenwerking tussen onderwijsinstellingen en verhoogt op den duur de kwaliteit van het onderwijs. Iedere onderwijsinstelling in de wereld kan van deze softwareontwikkeling profiteren en helpen deze verder te ontwikkelen. (Carmichael en Honour 2002)
Deze pagina maakt deel uit van het partijprogramma. Klik hier om terug te keren naar het complete overzicht.