Gebruikershulpmiddelen

Site-hulpmiddelen


archief:concepten:tkprogramma:4.5onderwijswetenschap

Dit is een oude revisie van het document!


Geen edits, wijzigingen worden niet opgeslagen.

Onderwijs

Het onderwijs is de basis van onze (informatie)samenleving. Door onderwijs leren kinderen hoe ze kunnen samenleven en informatie, kennis en vaardigheden kunnen vergaren en delen. Gedegen onderwijs helpt kinderen een denkkader te ontwikkelen waarin nieuwe informatie ingepast kan worden. Het leert kinderen de democratische grondbeginselen van onze samenleving. Kinderen kunnen zich zo ontwikkelen tot burgers die kennis hebben en die nadenken over fundamenten van onze samenleving zoals de mensenrechten, de rechtsstaat en de staatsinrichting.

Docenten moeten niet gedemotiveerd worden door bureaucratie zoals regels, procedures en vergaderingen, maar moeten zich kunnen focussen op het onderwijzen van de leerlingen in vakinhoudelijke en maatschappelijke kennis.

Investeren in onderwijs is investeren in de burgers en de samenleving van de toekomst. Onderwijs is een burgerrecht. Iedereen die opgroeit in Nederland moet de (financiële) mogelijkheid hebben om door te kunnen groeien naar het niveau in het onderwijs dat hij/zij aan kan. Onderwijs moet niet alleen beschikbaar zijn voor jongeren, maar voor iedereen die meer of iets anders wil leren.

Onderwijs op alle onderwijsniveaus is een burgerrecht.

Onderwijs op alle onderwijsniveaus is een burgerrecht. Zonder onderwijs tot op het niveau dat iemand aankan functioneert een persoon niet optimaal in een informatiesamenleving. Iedereen die daarvoor de kwaliteiten en de wil heeft, moet van elk onderwijsniveau kunnen doorstromen naar een volgend niveau.

Het recht op onderwijs is leeftijdsonafhankelijk

De samenleving verandert steeds sneller waardoor het voor burgers steeds vaker nuttig is om, een aanvullende of geheel andere opleiding te gaan volgen in een vakgebied waarin een grotere arbeidsbehoefte is. Ook op latere leeftijd moeten mensen gelijke toegang hebben tot het onderwijs.

Het recht op onderwijs is statusonafhankelijk

Ongeacht in welke omgeving een burger opgroeit moet hij/zij altijd toegang hebben tot onderwijs om optimaal te kunnen functioneren in de informatiesamenleving. Het recht op onderwijs is dus onafhankelijk van zijn/haar economische en culturele achtergrond.

Kinderen worden zo vroeg mogelijk voorbereid op de informatiesamenleving.

Op scholen moeten kinderen worden voorbereid op de toekomst. In de vrije informatiesamenleving ligt er een grote nadruk op alle vormen van informatie. Door automatisering wordt ICT steeds belangrijker en door globalisering en de opkomst van het internet is Engels de wereldwijde tweede taal aan het worden. Om leerlingen hierop voor te bereiden moet op de basisschool worden onderwezen:

  • Het op de juiste manier leren omgaan met internet en andere media (mediawijsheid / digitale geletterdheid)
  • Wat het verschil is tussen 'open', 'vertrouwelijke' en 'persoonlijke' informatie.
  • ICT-onderwijs hoort te beginnen op de basisschool, bijvoorbeeld door het geven van basis programmeerlessen.
  • Engels wordt vanaf groep vier op de basisschool gegeven

Toetsing van kennis moet los staan van verplichting om lessen te volgen.

Het volgen van lessen en het toetsen van kennis en vaardigheden zijn twee aparte zaken. Het volgen van lessen moet dus niet verplicht zijn. Lessen moeten als doel hebben de student te ondersteunen, zij dienen niet als aanwezigheidscontrole. Het moet daarom mogelijk zijn om tegen gereduceerd collegegeld examen te doen. (extraneus)

De (administratieve) werkdruk van docenten wordt verlicht zodat ze meer tijd hebben om voor de klas te kunnen staan.

Leerkrachten zijn nu te veel tijd kwijt aan administratie en deze tijd kunnen ze niet besteden aan onderwijs. De leerkrachten verdienen het vertrouwen dat ze zelf in staat zijn om goed les te geven.

De Piratenpartij zou graag zien dat er inspiratie gehaald wordt uit het Finse model. In dit bewezen succesvolle model wordt er een samenwerking tussen universiteiten en lager onderwijs gerealiseerd. Gekwalificeerde leraren krijgen vrijheid om op een wijze die goed bij hen past hun vak uit te oefenen en blijven zo gemotiveerd. De educatie van jonge kinderen is gericht op basis van individuele ontwikkeling en ervaringsgericht leren.

Privacy moet ook in het onderwijs beschermd worden.

  • Scholen moeten een privacy-beleid en/of privacyreglement hebben.
  • Scholen moeten transparant zijn over het gebruik van leerlinggegevens.
  • Het maken van foto's of video's dient altijd met toestemming vooraf van ouders én kind te gebeuren.
  • De privacy van leerlingen moet altijd gewaarborgd blijven bij het uitwisselen van leerlingdossiers.
  • Leerlinggegevens dienen adequaat beveiligd te zijn.

Onderwijs(materiaal) en kennis dient in beginsel vrij toegankelijk te zijn.

  • Les- en leermaterialen moeten zoveel mogelijk vrij en online toegankelijk worden. Leermaterialen die worden bekostigd door de overheid moeten open ontwikkeld worden en vrij toegankelijk zijn. Op deze manier kan iedereen op de wereld ervan profiteren.
  • Colleges zijn mede met overheidsgeld betaald. Daarom moet deze kennis zoveel mogelijk online toegankelijk zijn onder een vrije licentie. Het beschikbaar maken van alle colleges biedt studenten flexibiliteit en niet-studenten toegang tot de mede met overheidsgeld betaalde colleges. Het online beschikbaar stellen van colleges maakt het voor studenten bovendien mogelijk vooraf de kwaliteit van een collegereeks of docent te bepalen en colleges bij andere instellingen te volgen.
  • Onderwijsomgevingen worden met open source software ontwikkeld. Dit maakt de ontwikkeling van onderwijsomgevingen efficiënter, stimuleert samenwerking tussen onderwijsinstellingen en verhoogt op den duur de kwaliteit van het onderwijs. Iedere onderwijsinstelling in de wereld kan van deze softwareontwikkeling profiteren en helpen deze verder te ontwikkelen.
  • Scholen mogen leerlingen nooit verplichten tot de aanschaf van een specifiek merk of type hardware. Les- en leermaterialen moeten altijd in een zodanig (vrij) formaat worden aangeboden dat leerlingen dit kunnen gebruiken op het apparaat van hun eigen keuze.
  • Scholen dienen ook toegankelijk te zijn met een beperking, uitgangspunt moet zijn om de student zoveel mogelijk tegemoet te komen zoals omschreven in Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte. Tenzij deze een onevenredige belasting vormen. Om te voorkomen dat scholen uit financiele overwegingen weigeren studenten te helpen wordt de bijdrage vanuit de overheid vergroot. Eventuele extra hulpmiddelen tijdens het volgen van een studie worden in bruikleen gegeven of vergoed.

Wetenschap

De wetenschap is een belangrijk onderdeel van een goed functionerende democratie. De kennis en expertise van wetenschappers hoort voor iedereen toegankelijk te zijn. Wetenschap is idealiter onafhankelijk, transparant, kent geen taboes, wordt niet door de politiek gestuurd en dient geen economische belangen.

De rijksbijdrage voor universiteiten wordt steeds kleiner. Hierdoor wordt wetenschappelijk onderzoek steeds afhankelijker van fondsaanvragen bij de overheid en het bedrijfsleven. Dit gaat ten koste van de onafhankelijkheid van wetenschappelijk onderzoek. Daarnaast bemoeilijkt het fundamenteel onderzoek, wat niet direct tot toepasbare resultaten leidt, maar op lange termijn juist tot grote doorbraken leidt. Bovendien zijn wetenschappers nu een groot deel van hun tijd kwijt aan het schrijven van fondsaanvragen, terwijl ze deze tijd beter in onderwijs en onderzoek kunnen steken. Om de onafhankelijkheid en kwaliteit van wetenschappelijk onderwijs en onderzoek te waarborgen, moet de rijksbijdrage voor universiteiten vergroot worden.

De onafhankelijkheid van wetenschappers moet boven alle twijfel verheven zijn. Daarom moeten wetenschappers zo transparant mogelijk te werk gaan:

  • Bij elke publicatie wordt gepubliceerd welke partijen het onderzoek gefinancierd hebben.
  • Alle relevante informatie rond een uitgevoerd wetenschappelijk onderzoek wordt gepubliceerd (openscience).
  • Alle wetenschappelijke publicaties worden vrij toegankelijk gemaakt (openaccess).

Kennis die mede door publieke financiering tot stand is gekomen op universiteiten en andere instellingen, is open, patent- en auteursrechtvrij en moet kosteloos en vrij toegankelijk zijn volgens het open access principe. Winst-georiënteerd gebruik van deze kennis moet transparant en openbaar zijn.

Door alle wetenschappelijke artikelen open en in een open formaat te publiceren, wordt kennis gemakkelijker gedeeld en wint het aan waarde. Door de ruwe data ook te publiceren, kunnen wetenschappelijke artikelen beter gecontroleerd worden. Bovendien kunnen de data ook voor ander onderzoek inzetbaar worden gemaakt. Slechts als wetenschap transparant uitgevoerd wordt, en dus verifieerbaar objectieve informatie bevat, heeft het toegevoegde waarde voor onze samenleving. Een belangrijk voorbeeld hiervan is het gebruik van wetenschap voor evidence based policies, dit principe kan de kwaliteit van de politieke besluitvorming enorm verbeteren.

Wanneer het bedrijfsleven wetenschappelijk onderzoek medefinanciert, is er soms hoge druk om met significante resultaten te komen. Ook doordat wetenschappelijk onderzoek afgerekend wordt op `het aantal publicaties en citaties daarvan, is er een hoge druk om met significante resultaten te komen. Wanneer een wetenschappelijke studie wordt uitgevoerd, dienen daarom vooraf de gebruikte methode en gebruikte toetsen worden geaccepteerd en openbaar gemaakt. Dit voorkomt dat wetenschappers, al dan niet onder druk van financierders, achteraf statistische trucjes gaan gebruiken om een studie toch significant te laten uitpakken. Om de transparantie van wetenschappelijk onderzoek te vergroten, dienen de resultaten van alle uitgevoerde studies te worden gepubliceerd. Dit betekent dat ook studies die geen significante resultaten opleveren gepubliceerd worden.

archief/concepten/tkprogramma/4.5onderwijswetenschap.1474664476.txt.gz · Laatst gewijzigd: 2016/09/23 23:01 door javandijken