Gebruikershulpmiddelen

Site-hulpmiddelen


archief:politiek:terroristische_vervolging

Wet opsporing en vervolging terroristische misdrijven in de politiek

Uit een evaluatie van juni 2012 door het Ministerie van Justitie blijkt dat deze wet tamelijk overbodig is. De verruiming van de opsporingsbevoegdheden is in de periode 2007-2011 slechts 18 keer ingezet, waarvan 8 keer in 2007 en slechts 2 keer in 2011.

Vijf keer zijn personen vastgezet zonder dat er een concrete verdenking was. In alle vijf gevallen bleek er bij nader onderzoek niets aan de hand. Naast Schiphol zijn er geen extra veiligheidsrisicogebieden aangewezen. Sommige bevoegdheden zijn zelfs helemaal nooit gebruikt. In het rapport wordt geen enkel onderzoek vermeld dat daadwerkelijk een terroristisch plan aan het licht bracht.

Uit het rapport blijkt ook dat zonder de extra bevoegdheden de onderzoeken op een andere wijze wellicht ook zouden zijn uitgevoerd. Maar geïnterviewde functionarissen zeggen dat het “comfortabel is om bij twijfel over een verdenking”, terug te kunnen vallen op de verruimde bevoegdheden.

De wet

Deze wet verruimt de mogelijkheden voor politie en justitie om ter voorkoming van terroristische aanslagen in een zo vroeg mogelijk stadium op te treden. Voor inzet van bijzondere opsporingsbevoegdheden bij terrorisme is niet langer een redelijk vermoeden van een strafbaar feit nodig. Aanwijzingen zijn voldoende. De wet is op 1 februari 2007 ingegaan.

Zeer ruime bevoegdheden

Het is nu mogelijk om in een verkennend onderzoek informatie te verzamelen; om personen te fouilleren zonder concrete verdenking van een strafbaar feit; om van bijzondere opsporingsbevoegdheden gebruik te maken, zoals stelselmatige observatie en de telefoontap; om personen op te pakken bij verdenking van een terroristisch misdrijf, ook zonder het geval van ernstige bezwaren; om volledige inzage van processtukken uit te stellen.

archief/politiek/terroristische_vervolging.txt · Laatst gewijzigd: 2017/09/11 22:26 door KapiteinG