Het partijbestuur kent ten minste een:
voorzitter;
secretaris;
penningmeester.
Het partijbestuur is bevoegd tot het verrichten van rechtshandelingen, daaronder met name ook begrepen het aangaan van overeenkomsten tot verkrijgen, vervreemding en/of bezwaring van registergoederen.
Het partijbestuur doet aan het partijcongres een voorstel voor de jaarlijkse begroting van inkomsten en uitgaven van de partij.
Het partijbestuur kan personen, commissies, werkgroepen of anderszins organen instellen die onder verantwoording van het bestuur werken. Bij huishoudelijk reglement worden nadere regels aangaande organen die onder bestuursverantwoordelijkheid werken vastgesteld.
Benoeming van leden van het partijbestuur vindt plaats bij besluit van het partijcongres op voordracht van de selectiecommissie.
Het lidmaatschap van het partijbestuur eindigt:
bij installatie van een opvolger;
indien het lid voortijdig zijn ontslag aanbiedt aan het partijcongres;
bij voortijdig ontslag door het partijcongres.
Het partijbestuur is er verantwoordelijk voor dat de partij handelt naar de doelen van de Piratenpartij Nederland.
De Raad van Toezicht handhaaft dat het bestuur handelt volgens de statuten en het huishoudelijke reglement van de Piratenpartij Nederland.
Het partijbestuur faciliteert de deelname van de leden aan het politieke debat en de besluitvorming. Het partijbestuur werkt, indien nodig, plannen uit tot wijziging en verbetering van de organisatie van de partij en de verdeling van de werkzaamheden binnen de partijorganisatie. Het onderhoudt contacten met aan de partij gelieerde neveninstellingen. Het stelt zich op de hoogte van de besteding van door de partij verstrekte subsidies.
Indien een orgaan anders dan de Raad van Toezicht, of indien een lid van de partij handelt of dreigt te handelen in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de partij, dan wel de partij op onredelijke wijze benadeelt, is het partijbestuur bevoegd voor zover nodig besluiten van partijorganen buiten werking te stellen, aanwijzingen te geven en beperkingen aan te brengen in de uitoefening van rechten en functies.
Nadere regels omtrent samenstelling, benoeming, taken en verantwoordelijkheden van het bestuur worden in het huishoudelijk reglement bepaald.