Inhoud

Statuten Piratenpartij

De Piratenpartij is een nog jonge, officiële vereniging. Dit betekent dat nog niet alle onderdelen van de statuten in werking zijn getreden. Het bestuur vervangt en beslist daar waar dat nog niet formeel geregeld is.

Benoemd en actief zijn de Algemene Leden Vergadering, de Ledenraad en het Bestuur. De Ledenraad heeft ook een Kandidatencommissie benoemd die aan de Ledenraad een voordracht zal doen voor een kandidatenlijst. Het bestuur heeft een Communicatiecommissie benoemd, die de communicatie rondom de verkiezingen coördineert.

In de praktijk is de Piratenpartij een platte organisatie waarin iedereen zijn eigen plekje kan vinden. We zijn een snel groeiende organisatie, dus wordt vooral snel actief.

Hieronder volgen de statuten zoals deze zijn vastgelegd bij de notaris op 10 maart 2010.

Artikel 1: Naam en zetel

De vereniging draagt de naam 'Piratenpartij', hierna aan te duiden als partij. De naam kan worden verlengd als 'Piratenpartij Nederland', of verkort tot 'Piraten', 'PP' en 'PPNL'. Leden en organen van de partij hebben niet het recht onder of met gebruikmaking van de naam van de vereniging een Nederlandse rechtspersoon op te richten, behoudens goedkeuring van het partijbestuur. De naam van de partij mag uitsluitend door of namens de organen van de partij gebruikt worden. De partij heeft haar zetel in 's-Gravenhage.

Artikel 2: Duur

  1. De partij is opgericht voor onbepaalde tijd.
  2. Het verenigingsjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
  3. Het kalenderjaar is tevens boekjaar.

Artikel 3: Doel

De partij heeft ten doel

  1. Politiek te bedrijven in de ruimste zin van het woord, zoals omschreven in een door de Ledenraad vastgesteld programma van uitgangspunten. In het bijzonder streeft de partij naar bescherming van burgerrechten en -vrijheden; vrij gebruik van, en toegang tot, informatie en technologie; en transparantie van het politieke bestel en de overheid;
  2. Het verrichten van handelingen, die met het vorige in de ruimste zin verband houden of daartoe bevorderlijk kunnen zijn.

Artikel 4: Middelen

De partij streeft dit doel na door alle geëigende en wettige middelen die aan het doel in de ruimste zin van het woord bevorderlijk zijn, waaronder in het bijzonder, maar niet uitsluitend:

  1. Het (doen) ontwikkelen en verdiepen van de uitgangspunten van de partij en het vergroten van hun invloed op onder meer de internationale, Europese, landelijke, provinciale en gemeentelijke politiek;
  2. het (doen) bevorderen van verkiezing van partijleden in de vertegenwoordigende lichamen;
  3. het (doen) voeren van politieke actie;
  4. het (doen) bevorderen van debat binnen de partij;
  5. het (doen) geven van bekendheid aan haar politieke doelstellingen via al dan niet digitale media.
  6. het (doen) onderhouden van banden met gelijkgestemde nationale en internationale politieke partijen en organisaties.

Artikel 5: Het lidmaatschap

  1. Leden van de partij kunnen zijn natuurlijke personen die ingezetene zijn van Nederland of Nederlander verblijvende buiten Nederland en redelijkerwijze geacht kunnen worden in te stemmen met de uitgangspunten van de partij.
  2. Lidmaatschap wordt aangevraagd bij het partijbestuur. Het partijbestuur besluit tot toelating van leden. Bij niet-toelating tot lid kan de betreffende persoon beroep instellen bij de beroepscommissie.
  3. Het partijbestuur houdt een register bij waarin de namen van leden en bij huishoudelijk reglement bepaalde gegevens zijn opgenomen.
  4. Om het lidmaatschap te kunnen verkrijgen moet een persoon de leeftijd van zestien jaar hebben bereikt.
  5. Geen lid van de partij kan worden degene waarvan naar de mening van het partijbestuur te verwachten is dat hij de partij schade berokkent.
  6. Leden die zitting hebben in een vertegenwoordigend lichaam of lid zijn van het partijbestuur of de ledenraad kunnen geen lid zijn van een andere Nederlandse politieke groepering of politieke partij. Het partijbestuur kan hiervoor dispensatie verlenen.
  7. Het lidmaatschap van de partij eindigt op in het huishoudelijk reglement geregelde wijze:
    1. door opzegging van het lid. Opzegging ontslaat het lid niet van het voldoen van zijn contributie voor het lopende kalenderjaar.
    2. door overlijden.
    3. door opzegging door het partijbestuur omdat het lid heeft opgehouden te voldoen aan de vereisten voor het lidmaatschap in de wet, de statuten en het huishoudelijk reglement gesteld, of wanneer het lid zijn verplichtingen tegenover de partij niet nakomt en wanneer redelijkerwijze van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.
    4. van rechtswege omdat het lid heeft opgehouden te voldoen aan de vereisten voor het lidmaatschap in de wet, de statuten en het huishoudelijk reglement gesteld.
    5. door royement, met inachtneming van de bepalingen van deze statuten en van het huishoudelijk reglement. Royement kan alleen worden uitgesproken wanneer een lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de partij handelt of de partij op onredelijke wijze benadeelt. Met inachtneming van de bepalingen van het huishoudelijk reglement kan royement geschieden door het partijbestuur. De geroyeerde heeft recht van beroep bij de beroepscommissie.

Artikel 6: Contributies en verplichtingen

  1. De leden zijn verplicht contributies te betalen overeenkomstig de bepalingen van het Huishoudelijk Reglement.
  2. Ieder lid is verplicht:
    1. De statuten en reglementen van de partij, alsmede de besluiten van de organen van de partij na te leven.
    2. De belangen van de partij niet te schaden.

Artikel 7: Donateurschap

  1. Donateur is een natuurlijke of rechtspersoon die door het partijbestuur als zodanig is toegelaten en die zich jegens de partij verplicht jaarlijks een door het partijbestuur vastgestelde minimumdonatie te betalen.
  2. Aan het donateurschap kunnen geen rechten worden ontleend.
  3. Het donateurschap kan te allen tijde door het partijbestuur of door de donateur door schriftelijke opzegging worden beëindigd, met dien verstande dat bij opzegging door de donateur de jaarlijkse bijdrage voor het lopende boekjaar voor het geheel verschuldigd blijft.

Artikel 8: Bemiddeling en toezicht

  1. Indien het bestuur van de partij of de beroepscommissie handelt of dreigt te handelen in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de partij, dan wel de partij op onredelijke wijze benadeelt, is de ledenraad bevoegd voor zover nodig besluiten van deze partijorganen buiten werking te stellen, aanwijzingen te geven en beperkingen aan te brengen in de uitoefening van rechten en functies. Het Huishoudelijk Reglement geeft nadere regels omtrent de uitoefening van deze bevoegdheid.
  2. Indien een orgaan anders dan de ledenraad, of indien een lid van de partij handelt of dreigt te handelen in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de partij, dan wel de partij op onredelijke wijze benadeelt, is het partijbestuur bevoegd voor zover nodig besluiten van partijorganen buiten werking te stellen, aanwijzingen te geven en beperkingen aan te brengen in de uitoefening van rechten en functies. Het Huishoudelijk Reglement geeft nadere regels omtrent de uitoefening van deze bevoegdheid.

Artikel 9: Geldmiddelen

  1. De geldmiddelen van de partij bestaan uit:
    1. contributies van leden;
    2. donaties;
    3. schenkingen;
    4. erfstellingen en legaten;
    5. andere inkomsten.
  2. De contributies komen in de kas van de partij.
  3. Nadere regels omtrent beheer en gebruik van geldelijke fondsen worden gesteld in het huishoudelijk reglement.
  4. Het dagelijks bestuur is bevoegd met redenen omkleed gehele of gedeeltelijke vrijstelling dan wel uitstel van betaling van contributie te verlenen.
  5. Het toezicht en de controle op de boekhouding en de administratie worden uitgeoefend door een kascommissie.
  6. De Algemene Leden Vergadering benoemt jaarlijks uit de leden een kascommissie bestaande uit twee leden en twee vervangende leden, die geen deel mogen uitmaken van het partijbestuur of de ledenraad. De commissie onderzoekt de rekening en verantwoording van het partijbestuur en brengt de Algemene Leden Vergadering verslag uit van haar bevindingen.
  7. Vereist het onderzoek van de rekening en verantwoording bijzondere boekhoudkundige kennis, dan kan de kascommissie zich door een deskundige doen bijstaan. Het partijbestuur is verplicht aan de kascommissie alle door haar gewenste inlichtingen te verschaffen, haar desgewenst de kas en de waarden te tonen en inzage van de boeken en bescheiden van de partij te geven.
  8. De last van de kascommissie kan te allen tijde door de Algemene Leden Vergadering worden herroepen, doch slechts door de benoeming van een andere kascommissie.
  9. Het partijbestuur is verplicht de in lid 5 bedoelde boeken en administratie gedurende een periode van zeven jaar te bewaren.

Artikel 10: Beroepscommissie

  1. De beroepscommissie bestaat uit drie leden en drie vervangende leden. Zij worden gekozen door de ledenraad voor een periode van twee jaar. Herverkiezing is mogelijk.
  2. De beroepscommissie doet bindende uitspraken in beroep in geval van het niet toelaten van een persoon als lid van de partij zoals bedoeld in artikel 5 lid 2 en royement als bedoeld in artikel 5 lid 7 sub e van de statuten en in die gevallen, waarvan de beslissing in beroep door het Huishoudelijk Reglement aan haar is opgedragen.

Artikel 11: Het Presidium

  1. Het presidium zit de ledenraad en de Algemene Leden Vergadering voor.
  2. Het presidium bepaalt de plaats en locatie van de ledenraad en de Algemene Leden Vergadering en roept deze uit.
  3. Wanneer het presidium haar statutaire taken of de taken aan haar in het huishoudelijk reglement toebedeeld verwaarloost, kan het bestuur of de ledenraad deze taak tijdelijk overnemen.
  4. De Algemene Leden Vergadering benoemt het presidium dat bestaat uit drie tot negen leden die geen lid zijn van het partijbestuur of de ledenraad.
  5. Leden van het presidium worden steeds voor een kalenderjaar gekozen en zijn herkiesbaar.
  6. De werkzaamheden van het presidium worden bij huishoudelijk reglement geregeld.

Artikel 12: De Ledenraad

  1. De ledenraad is het hoogste gezag binnen de partij.
  2. De ledenraad bestaat uit door de Algemene Leden Vergadering gekozen leden.
  3. De leden van de ledenraad handelen zonder last of ruggespraak.
  4. Elk lid van de ledenraad heeft één stem in de ledenraad.
  5. De ledenraad beslist bij absolute meerderheid van stemmen. Voor een besluit moet ten minste meer dan de helft van de leden voor stemmen.
  6. Het partijbestuur of een derde van de leden van de ledenraad, of een tiende van de leden van de partij kunnen een ledenraad bijeenroepen.
  7. Taken van de ledenraad
    1. De ledenraad benoemt, schorst en ontslaat het bestuur.
    2. De ledenraad stelt de kieslijsten voor verkiezingen vast. De ledenraad kan zich daarbij door een door haar aangestelde selectiecommissie laten adviseren.
    3. De ledenraad stelt de uitgangspunten van de partij vast.
    4. De ledenraad stelt de begroting van de partij op voordracht van het partijbestuur vast.
    5. De ledenraad is verantwoordelijk voor het interne debat in de partij.
    6. De taken van de ledenraad worden geregeld bij huishoudelijk reglement.
  8. Vergaderingen van de ledenraad
    1. De ledenraad vergadert minimaal vier maal per jaar.
    2. Vergaderingen van de ledenraad zijn openbaar tenzij ze over een bepaald agendapunt met twee derde meerderheid anders besluit.
    3. Het presidium bepaalt de datum en de plaats van de ledenraadsvergadering.
    4. Nadere regels voor de vergadering van de ledenraad worden vastgesteld in het huishoudelijk reglement.
  9. Tussentijds vertrek van leden van de ledenraad. Indien een lid van de ledenraad tussentijds vertrekt, wordt deze zetel eerst toebedeeld aan het lid dat de volgens het in het huishoudelijk reglement bepaalde eerstvolgende opvolger van het betreffende ledenraadslid is. Wanneer op deze wijze een vervanger niet benoemd kan worden, benoemt het bestuur een vervangend lid. Het tussentijds vervangen lid treedt af volgens het rooster van het lid dat hij vervangt.
  10. Het aantal zetels in de ledenraad. Op de peildatum één oktober wordt elk jaar het aantal zetels van de ledenraad voor het volgende kalenderjaar vastgesteld, met een minimum van 11 (elf) en een maximum van 23 (drieëntwintig) leden.
  11. Het ledenaantal en de grootte van de zittende ledenraad zijn bepalend voor het aantal zetels in de ledenraad voor het kalenderjaar volgend op de peildatum. Voor het bepalen van het ledenaantal geldt hetgeen in lid 12 en lid 13 daarover bepaald is en de daarvoor nodige tabel in lid 14 van dit artikel.
  12. Indien de zittende ledenraad minder of een gelijk aantal zetels heeft als het aantal punten dat behoort bij het totale ledenaantal, wordt het aantal zetels in de ledenraad voor het kalenderjaar volgend op de peildatum gelijk gesteld aan het aantal punten in de tabel in dit artikel.
  13. Indien de zittende ledenraad meer zetels heeft dan het aantal punten in de volgende tabel dat behoort bij het totale ledenaantal, wordt het aantal zetels in de ledenraad voor het kalenderjaar volgend op de peildatum verminderd met twee.
  14. TABEL punten gerelateerd aan ledenaantal
    1. elf (11) punten indien het ledenaantal minder dan één honderd(100) bedraagt;
    2. dertien (13) punten indien het ledenaantal één honderd één (101) tot en met drie honderd (300) leden bedraagt;
    3. vijftien (15) punten indien het ledenaantal drie honderd één (301) tot en met één duizend (1000) leden bedraagt;
    4. zeventien (17) punten indien het ledenaantal één duizend één (1001) tot en met drie duizend (3000) leden bedraagt;
    5. negentien (19) punten indien het ledenaantal drie duizend één (3001) tot en met tien duizend (10000) leden bedraagt;
    6. één en twintig (13) punten indien het ledenaantal tien duizend één (10001) tot en met dertig duizend (30000) leden bedraagt;
    7. drie en twintig (23) punten indien het ledenaantal dertig duizend één (30001) en meer leden bedraagt.
  15. Elk jaar op de peildatum stelt het bestuur op basis van het rooster van aftreden en het aantal beschikbare zetels in de ledenraad voor het volgende kalenderjaar vast hoeveel nieuwe leden voor de ledenraad gekozen moeten worden.
  16. Op de peildatum stelt het bestuur voor elke zetel waarvoor gekozen gaat worden de zittingstermijn vast. De zittingstermijn is maximaal drie jaar. De verdeling van de zittingstermijnen is zodanig dat in het rooster van aftreden op elk van de drie opeenvolgende aftredingsdata een zo gelijk mogelijk aantal leden van de ledenraad aftreedt.
  17. In het huishoudelijk reglement wordt de procedure voor de verkiezing van de ledenraad geregeld.
  18. De ledenraad kan commissies instellen die onder verantwoording van de ledenraad werken. Bij huishoudelijk reglement worden nadere regels aangaande commissies vastgesteld.
  19. Bij huishoudelijk reglement kunnen nadere regels aangaande de vergaderingen van en de besluitvorming door de ledenraad worden gegeven.

Artikel 13: Het Partijbestuur

  1. Het partijbestuur bestaat uit minimaal drie en maximaal negen leden. Het partijbestuur kent ten minste een:
    1. voorzitter: de voorzitter heeft de algemene eindverantwoordelijkheid voor de coördinatie van de uitvoering van de bestuurstaak. Tevens is het de taak van de voorzitter partijbestuursvergaderingen voor te zitten.
    2. Secretaris: de secretaris heeft de algemene eindverantwoordelijkheid voor de administratie van de correspondentie door de partij. Tevens notuleert de secretaris de vergaderingen van het partijbestuur en beheert hij het secretariaat.
    3. Penningmeester: de penningmeester heeft de algemene eindverantwoordelijkheid voor het aan de ledenraad voorstellen van het financiële beleid van de partij en de naleving daarvan.
  2. Leden van het partijbestuur worden in functie benoemd voor een periode van een jaar. Ze kunnen zich drie maal achtereenvolgens verkiesbaar stellen.
  3. Het partijbestuur vertegenwoordigt de partij. De vertegenwoordiging komt bovendien toe aan twee gezamenlijk handelende leden van het bestuur.
  4. Het partijbestuur kan besluiten tot verlening van volmacht aan derden om de partij binnen de grenzen van de volmacht te vertegenwoordigen.
  5. Geldige besluiten kunnen slechts genomen worden indien een absolute meerderheid van de bestuurders voor een besluit is.
  6. Het bestuur kan ook op andere wijze dan in een vergadering besluiten nemen, mits alle bestuurders in de gelegenheid worden gesteld hun stem uit te brengen en geen van hen zich tegen de gekozen wijze van besluitvorming verzet. Een besluit is alsdan genomen, indien de absolute meerderheid van het aantal bestuurders zich voor het voorstel heeft verklaard. Van elk buiten de vergadering genomen besluit wordt mededeling gedaan in de eerstvolgende vergadering, welke mededeling in de notulen van die vergadering wordt vermeld. De bescheiden worden door de secretaris bij het notulenregister bewaard.
  7. Leden van het partijbestuur kunnen te allen tijde, tezamen of afzonderlijk, door de ledenraad als lid van het partijbestuur worden ontslagen of geschorst. Indien leden van het partijbestuur worden geschorst of ontslagen, nemen de nog zittende partijbestuurders de taken tijdelijk waar.
  8. Het bestuurslidmaatschap eindigt door het eindigen van het lidmaatschap van de partij of het schriftelijk bedanken door de bestuurder. Een aftredend bestuurslid meldt dit schriftelijk aan de overige bestuursleden en de leden van de ledenraad.
  9. Indien het aantal bestuurders beneden de drie is gedaald, blijft het bestuur bevoegd. Het aantal bestuursleden moet op snelst mogelijke termijn aangevuld worden tot tenminste drie.
  10. Het partijbestuur is belast met het bestuur en de algemene leiding van de partij en het uitvoeren van alle taken en bevoegdheden die aan het partijbestuur zijn toegewezen. Zij voert de dagelijkse leiding van de partij.
  11. Het bestuur is bevoegd tot het verrichten van rechtshandelingen, daaronder met name ook begrepen het aangaan van overeenkomsten tot verkrijgen, vervreemding en/of bezwaring van registergoederen.
  12. Het partijbestuur bevordert de deelname van de leden aan het politieke debat en de besluitvorming. Het partijbestuur werkt, indien nodig, plannen uit tot wijziging en verbetering van de organisatie van de partij en de verdeling van de werkzaamheden binnen de partijorganisatie. Het onderhoudt contacten met aan de partij gelieerde neveninstellingen. Het stelt zich op de hoogte van de besteding van door de partij verstrekte subsidies.
  13. Het partijbestuur doet aan de ledenraad een voorstel voor de jaarlijkse begroting van inkomsten en uitgaven van de partij.
  14. Het partijbestuur kan commissies instellen die onder verantwoording van het ledenraad werken. Bij huishoudelijk reglement worden nadere regels aangaande commissies vastgesteld.
  15. Bij huishoudelijk reglement kunnen nadere regels aangaande de vergaderingen van en de besluitvorming door het partijbestuur worden gegeven.

Artikel 14: De Algemene Leden Vergadering (ALV)

  1. De Algemene Leden Vergadering komt elk kalenderjaar bijeen tussen 1 oktober en 31 december.
  2. Wanneer het partijbestuur of een meerderheid van de ledenraad daartoe besluit, of wanneer een vijfde van de leden zich daarvoor uitspreekt, wordt een spoed Algemene Leden Vergadering uitgeroepen.
  3. De Algemene Leden Vergadering benoemt de leden van de ledenraad.
  4. De Algemene Leden Vergadering kan commissies instellen die onder verantwoording van de Algemene Leden Vergadering werken. Bij huishoudelijk reglement worden nadere regels aangaande commissies vastgesteld.
  5. Bij huishoudelijk reglement kunnen nadere regels aangaande de vergaderingen van en de besluitvorming door de Algemene Leden Vergadering worden gegeven.

Artikel 15: De Afdelingen

De partij kent afdelingen.

  1. Een afdeling bestaat uit leden die in het gebied van de afdeling wonen of die door een schriftelijk besluit van het partijbestuur bij die afdeling zijn ingedeeld.
  2. De oprichting van een afdeling behoeft toestemming van het partijbestuur.
  3. Een afdelingsbestuur bestaat uit ten minste drie leden, waaronder een voorzitter, een secretaris en een penningmeester, allen in functie te kiezen door de leden van de afdeling.
  4. Voor zover in de statuten of het huishoudelijk reglement niet uitdrukkelijk anders is bepaald, is het afdelingsbestuur verantwoordelijk voor de taken van de afdeling.
  5. De interne organisatie en de taken van een afdeling worden nader geregeld in het huishoudelijk reglement.
  6. Afdelingen kunnen deel zijn van een grotere afdeling of bestaan uit verschillende kleinere afdelingen.
  7. Bij huishoudelijk reglement kunnen nadere regels aangaande afdelingen worden opgenomen.

Artikel 16: Huishoudelijk reglement

  1. Vaststelling en wijziging van het Huishoudelijk Reglement kan alleen geschieden op voordracht van het partijbestuur door de ledenraad bij absolute meerderheid van de uitgebrachte geldige stemmen.
  2. Het Huishoudelijk Reglement mag niet in strijd zijn met de wet, ook waar die geen dwingend recht bevat, noch met de statuten.

Artikel 17: Startbepalingen

  1. Het eerste partijbestuur bestaat uit:
    1. De heer Samir Allioui, wonende te 8043 LN Zwolle, Waterbies 20, geboren te Amsterdam op vijftien maart negentienhonderd drieëntachtig, ongehuwd, als voorzitter,
    2. de comparant sub 1 genoemd als secretaris, en
    3. de comparant sub 2 genoemd als penningmeester.
  2. Na oprichting van de partij benoemt het partijbestuur een presidium en een eerste ledenraad met vier leden die een jaar zitting nemen, vier leden die twee jaar zitting nemen en drie leden die drie jaar zitting nemen. De ledenraad stelt daartoe direct na aantreden een eerste rooster van aftreden op.
  3. Tot het moment waarop de ledenraad een eerste huishoudelijk reglement heeft vastgesteld, besluit het bestuur over alle zaken die per huishoudelijk reglement geregeld moeten worden.

Artikel 18: Statutenwijzigingen

  1. Wijziging van de statuten kan alleen geschieden op voordracht van het bestuur door de ledenraad indien bij de oproep tot die ledenraad werd medegedeeld dat aldaar wijziging van de statuten zal worden voorgesteld. De oproep tot die ledenraad moet tenminste dertig dagen voorafgaand aan de vergadering van de ledenraad schriftelijk aan alle leden van de ledenraad bekend worden gemaakt.
  2. Een besluit tot statutenwijziging behoeft ten minste een twee/derden absolute meerderheid van de ledenraad.
  3. De statuten treden in werking zodra deze zijn neergelegd in een notariële akte. Een wijziging van de statuten treedt niet in werking voordat deze is neergelegd in een notariële akte. Tot het doen verlijden van deze notariële akte is ieder lid van het Dagelijks Bestuur bevoegd.

Artikel 19: Ontbinding en vereffening

  1. Ontbinding van de partij kan alleen geschieden op voordracht van het bestuur door de ledenraad indien bij de oproep tot die ledenraad werd medegedeeld dat aldaar ontbinding van de partij zal worden voorgesteld. De oproep tot die ledenraad moet tenminste 30 dagen voorafgaand aan de vergadering van de ledenraad schriftelijk aan alle leden van de ledenraad bekend worden gemaakt.
  2. Een besluit tot statutenwijziging behoeft ten minste een twee/derden absolute meerderheid van de ledenraad. Indien de leden van de ledenraad allemaal voor stemmen maar er voor ontbinding onvoldoende leden van de ledenraad aanwezig zijn, is ontbinden mogelijk in een tweede ledenraadsvergadering tenminste 30 dagen later, indien een twee/derden meerderheid van de dan aanwezige leden van de ledenraad voor ontbinding stemt.
  3. De vereffening geschiedt door het partijbestuur, tenzij bij het besluit tot ontbinding andere vereffenaars worden aangewezen. Aan het batig saldo na vereffening wordt een bestemming gegeven als te bepalen door het partijbestuur. De bestemming zal in overeenstemming moeten zijn met de doelstellingen van de partij.

Artikel 20: Slotbepaling

  1. Het partijbestuur is bevoegd in elk onvoorzien, spoedeisend geval in naam van de partij te beslissen, onverminderd haar verantwoordelijkheid tegenover de ledenraad.