Inhoud
Bits of Freedom Nieuwsbrief - 10 februari 2010
1. Laatste loodjes: help mee en stop het Europese internetfilter
De campagne tegen het Europese internetfilter lijkt af te steven op een succes. Maar de laatste loodjes zijn cruciaal, voor de stemronde in het Europees Parlement op maandag 14 februari. Nu moet er gebeld worden naar de Europarlementariërs. Help mee verplichte internetcensuur te stoppen en draag een belangrijke steen bij aan een vrij en open internet.
De afgelopen weken riepen we uitgebreid op tot actie om het Europees internetfilter te stoppen. Velen gaven al gehoor aan die oproep, waardoor de verplichte internetfiltering van de baan lijkt. ‘Lijkt’, omdat er pas op maandag gestemd wordt. We zijn er dus nog niet.
Maar de eindstreep is in zicht en we liggen op koers. Aan onze oproep is namelijk al enorm veel gehoor gegeven. Onze vrijwilliger ctrlspatie bouwde dinsdagnacht zelfs spontaan de website stophetfilter.nl, waarop hij jouw hulp vraagt om de Europarlementariërs te bellen.
Als jij door Europa verplichte internetcensuur wilt voorkomen, klim dan nu in de telefoon of surf nu naar stophetfilter.nl en meld je aan voor een gezellig rondje bellen vrijdag in Den Haag. Je zult jezelf dankbaar zijn dat je met een kwartiertje inspanning je eigen internetvrijheid een grote dienst hebt bewezen.
Voor het laatste nieuws over de status in Brussel en wat op dit moment aan Europarlementariërs verteld moet worden, kijk je op de actiepagina van onze Europese koepelorganisatie EDRi. En als je een opfrisser nodig hebt waarom internetfiltering een ineffectieve en buitengewoon gevaarlijke censuurmaatregel is, bezoek dan onze eerdere blogs.
Update 12:25 uur: we krijgen net uit Brussel te horen, dat de volgende Europarlementariërs als eerste gebeld moeten worden:
- ANGELILLI,Roberta ANGELILLI, +3222845902, Italië, EPP-fractie (coalitie met CDA);
- SIPPEL,Birgit SIPPEL, +3222845559, Duitsland, S&D-fractie (coalitie met PvdA);
- WIKSTRÖM,Cecilia WIKSTROeM, +3222845622, Zweden, ALDE-fractie (coalitie met VVD en D66);
- BUSUTTIL,Simon BUSUTTIL, +3222845686, Malta, EPP-fractie (coalitie met CDA);
- KIRKHOPE,Timothy KIRKHOPE, +3222845321, Verenigd Koninkrijk, ECR-fractie (alleen de Engelse Conservatieven).
2. De PvdA beschermt jouw internettoegang; wie volgt?
Momenteel wordt de telecomwet in de Tweede Kamer behandeld. Wij volgen dit proces op de voet. Onlangs konden kamerleden vragen aan de regering stellen over deze wet. Bits of Freedom controleert nu of zij hun campagne- en regeerakkoordbeloftes waarmaken. Welke partij maakt zich sterk voor onze internettoegang?
Tijdens de verkiezingen hebben we de partijprogramma’s van alle politieke partijen geanalyseerd en samengevat op de digitale vrijheidswijzer. Afgelopen december hebben politieke partijen in de Tweede Kamer vragen gesteld over de voorgestelde wijziging van de Telecommunicatiewet. Daaruit kunnen we peilen wie onze internettoegang beschermt.
En dat is broodnodig. Uit ons eerdere onderzoek blijkt dat vrije internettoegang in Nederland onder vuur ligt: de content-industrie probeert een internetverbod via de achterdeur in te voeren en internetproviders kunnen je om bizarre redenen van internet afsluiten.
Maar wat blijkt – er is slechts één partij die laat zien dat ze toegang tot het internet belangrijk vindt: de PvdA. De PvdA vind dat toegang tot het internet even belangrijk is als de beschikbaarheid van elektriciteit (zie ook de video van Martijn van Dam van de PvdA hieronder). Dit standpunt is in lijn met het partijprogramma.
En de andere partijen? Die laten dit gewoon gebeuren (zie onder voor een overzicht). De VVD zegt in de vragen en in het regeerakkoord alleen maar dat zij een open internet belangrijk vindt, maar neemt geen verdere stappen. Ook de SP, D66 en GroenLinks laten hier behoorlijke kansen liggen: allemaal hebben ze in hun partijprogramma opgenomen dat burgers niet zomaar afgesloten mogen worden, maar geen van de partijen stelt hierover vragen. Het CDA erkent “het sociaal-maatschappelijke belang van het internet”, maar onderneemt verder geen stappen om dit belang te waarborgen. En bij de ChristenUnie, SGP, Partij van de Dieren en de PVV lijkt het onderwerp internettoegang helemaal niet op de agenda te staan.
Het wordt tijd dat de VVD en andere partijen de daad bij het woord voegen: als je internettoegang belangrijk vindt, dan moet je het ook beschermen. Niet alleen de PvdA, maar ook de andere partijen, moeten bij de behandeling van de Telecomwet erop aandringen dat Nederlanders niet zomaar van internet mogen worden afgesloten.
3. Agent weet wat jij de komende twaalf uur doet
De bewaarplicht voor telefoon- en internetproviders laat opsporingsdiensten niet alleen achteraf vaststellen met wie je op welk moment contact had en waar je in de afgelopen twaalf maanden was. Een prestigieuze studie toont aan, dat de bewaarplicht ook vooruit kan kijken. Waar ben je vanavond? En met wie? Wie ga je vanavond een mailtje sturen? Bits of Freedom voorspelt een dag uit jouw leven.
Wist je dat je bel- en internetverkeer 225 keer per dag – iedere zes minuten – wordt gelogd, zodat inlichtingen- en opsporingsdiensten de privé-informatie kunnen inzien? Nog los van de opnieuw bewezen ineffectiviteit van deze bewaarplicht telecommunicatiegegevens, onder andere omdat slimme criminelen de maatregel makkelijk kunnen omzeilen, vormt de verplichte opslag van de ‘verkeers- en locatiegegevens’ een heftige inbreuk op de privacy van iedere Nederlander. Want de bewaarplicht geldt niet alleen voor verdachten van ernstige criminaliteit, maar voor iedereen – ook voor jou. In Nederland worden je gegevens namelijk zo vaak opgevraagd, dat we koploper zijn in Europa.
Wat kan er dan precies afgeleid worden uit die ‘verkeers- en locatiegegevens’? Vraag het aan politici of ambtenaren en meestal moeten ze je het antwoord schuldig blijven. Een studie van het prestigieuze Massachusetts Institute of Technology (MIT) geeft een nauwkeurig en ongemakkelijk antwoord op die belangrijke vraag. Lees je even mee wat ‘verkeers- en locatiegegevens’ over jou zeggen?
De bewaarplicht stelt vast wie onze vrienden, collega’s en kennissen zijn, in ieder geval bij 90% van alle Nederlanders. Zo wordt een precies beeld gekregen, van jouw sociale- en werkomgeving. ‘Vervelend’, denk je, ‘maar dat kan misschien ook door op andere manieren?’ Een profiel op een sociaal netwerk komt inderdaad in de buurt, maar geeft minder details en betreft niet iedere Nederlander – je hebt keuze of je profiel aanmaakt en wat je erop zet.
Hier blijft het niet bij. De bewaarplicht kan nog veel meer. Waar jij in de komende twaalf uur bent, is met 95% zekerheid vast te stellen. Op je baan, in de file of – alweer – in het buurtcafé? En een voorspelling wie je in de komende twaalf uur zal ontmoeten, klopt in 90% van de gevallen. Je collega’s, echtgenoot of – alweer – je ex? Met ‘verkeers- en locatiegegevens’ kan dus in 80% van de gevallen correct voorspeld worden, wat je in de komende twaalf uur doet. Ben je op je baan met je collega’s, sta je in de file met je echtgenoot in de file of ben je – alweer – in het buurtcafé met – alweer – je ex?
De MIT-studie maakt duidelijk dat ‘verkeers- en locatiegegevens’ niet alleen precies vaststellen wat je al hebt gedaan. De ‘verkeers- en locatiegegevens’ uit het verleden voorspellen ook wat er in jouw leven gebeurt, voordat iets daadwerkelijk is gebeurd. Zij die na een opvraging jouw ‘verkeers- en locatiegegevens’ in handen hebben, ruwweg de politie-agent en de geheim agent van een inlichtingendienst, kunnen met recht zeggen: ‘wij weten wat u de komende twaalf uur gaat doen’.
Het klinkt als een science fiction film, maar het is de orde van de dag. Sterker nog, de de orde van 225 keer per dag. Zo vaak wordt de verzameling ‘verkeers- en locatiegegevens’ ververst. Niet alleen van verdachten, maar van iedere Nederlander. Een massale privacyschending voor jou, voor onderzoeksjournalisten, voor werknemers van bedrijven, voor de premier tijdens formatieonderhandelingen – voor iedereen.
Daarom verzet Bits of Freedom zich tegen de bewaarplicht, in Nederland en in Europa. Lees hier onze eerdere berichten over de verplichte opslag van je bel- en interverkeer.
4. Error: country disconnected
Terwijl in de straten van Egypte honderdduizenden demonstranten op de been zijn, keken we in het Westen vol verbazing toe: Egypte is het eerste land in de geschiedenis dat vrijwel volledig van internet werd afgesloten. Vrije communicatie tussen burgers binnen Egypte en daarbuiten was niet langer mogelijk. Twitter, Facebook, YouTube – de media die Egyptenaren gebruikten om in contact te blijven – verdwenen als sneeuw voor de zon. Dat overkomt ons toch niet? Think again.
In Europa discussieert men over een internetfilter, in Amerika heeft men het over een ‘kill switch’ waarmee ‘het internet kan worden uitgezet’ en in Nederland wordt de inzet van Deep Packet Inspection onderzocht, om nauwlettend het internetverkeer van alle burgers in de gaten te houden. Precies dezelfde maatregelen die in Egypte werden gebruikt om de bevolking hun recht op vrije vergadering en vrijheid van meningsuiting te ontnemen.
Als Westerse overheden momenteel ergens voor zouden moeten vechten, dan zou het moeten zijn voor het recht op ongehinderde communicatie van haar burgers. Niet langer de invoering van beperkende maatregelen onderzoeken, maar een verbod op beperkende maatregelen invoeren. Het Westen zou niet moeten wijzen naar China, Egypte en haar buurlanden om te zeggen: dat moeten wij ook kunnen. Ze zouden er naar moeten wijzen om te zeggen: dat moeten wij nooit willen. Inmiddels komt Egypte langzaam weer online. Bits of Freedom komt op voor jouw vrijheid en privacy op internet en jij kan ons daarbij helpen.
5. Prangende vraag: wanneer vertelt Nederlandse overheid wat zij over ons opslaat?
De Europese Commisie geeft, voor het eerst, inzicht in alle geldende Europese surveillancemaatregelen en bindt zich bovendien aan criteria voor nieuwe privacy beperkende plannen. De Nederlandse overheid lijkt echter geen opvolging te geven aan dit goede initiatief. Vindt onze regering dat wij geen recht hebben om te weten welke persoonlijke gegevens de overheid over ons opslaat of laat opslaan? Een prangende vraag – hoog tijd dat de politiek in actie komt.
De Europese Commissie lanceerde in juni vorig jaar haar eerste ‘Overzicht van het informatiebeheer op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht’, met daarin een volledig overzicht wie welke informatie over de burgers verzamelt, opslaat en uitwisselt en voor welke doeleinden dat gebeurt. ‘Citizens have a right to know’, schrijft de Commissie (p. 3). Daarnaast ontwikkelt de Commissie een vrij uitgebreid handvat voor het evalueren van bestaande en nieuwe overheidsmaatregelen die onze levens verder in kaart brengen. Denk daarbij aan waarborgen dat grondrechten beschermd blijven (p.25-27), zoals noodzakelijkheid (is de maatregel noodzakelijk in een democratische samenleving?), subsidiariteit (is er een andere, minder vrijheidsbeperkende manier om hetzelfde doel te bereiken?), een horizonbepaling (de maatregel houdt na een aantal jaren op te bestaan, tenzij eerdergenoemde waarborgen nog overeind staan) en een impact assessment (welke gevolgen heeft de maatregel voor grondrechten?). De Commissie commiteert zich aan het overzicht en deze criteria en zal voortaan jaarlijks zo een onderzoek uitbrengen.
Merkwaardig genoeg, lijkt Nederland geen navolging te geven aan dit goede initiatief. Vreemd, want het kritisch toetsen van surveillancemaatregelen lezen we deels terug in het regeerakkoord (p. 42). Bovendien is het absolute noodzaak om helder te krijgen onder welke strikte voorwaarden de overheid onze grondrechten mag schenden. Nederland heeft namelijk, als een van de weinige Westerse democratieën, geen constitutionele rechter die als stok achter de deur nieuwe wetten aan de Grondwet kan toetsen. De Eerste Kamer is hier met deze taak belast en treft vaak goede, maar soms ook verkeerde beslissingen. Een Nederlands beoordelingskader biedt een belangrijk handvat aan beleidsmakers en politici bij het formuleren van nieuwe regels. En voor ons, de samenleving, om hun besluiten te toetsen.
Op de rapportage van de Europese Commissie is nog wel het nodige aan te merken. Zo is de beschrijving van de bewaarplicht telecomgegevens (p.35/48) incompleet en de rechtvaardiging ver onder de maat. De lijst met categorieën verzamelde gegevens vermeldt niet dat door de bewaarplicht onze locatiegegevens opgeslagen worden. Oftewel, dat 225 keer per dag wordt gemonitord waar je precies bent geweest. En als de Commissie denkt weg te komen met het noemen van vier vage anecdotes om deze diepe inbreuk op onze privacy te rechtvaardigen, weten we dat er veel werk aan de winkel is. Vandaar onze recente toespraak op het Europese congres over de evaluatie van de bewaarplicht, waarin onze analyse op de bewaarplicht is terug te lezen.
Ondanks deze missers, blijft één prangende vraag recht overeind staan: waarom geeft de Nederlandse overheid niet jaarlijks zo een rapport uit? Na jarenlang onbesuisd databanken met persoonlijke informatie van alle Nederlanders opgetuigd te hebben, is het de hoogste tijd dat de overheid haar beloften uit het regeerakkoord volledig nakomt en aan de slag gaat. En het in één keer goed doet: een volledig overzicht, een helder toetsingskader, een commitment hieraan gevolg te geven, een jaarlijkse evaluatie, zonder missers. Zodat dit Kabinet laat zien, dat het niet alleen opsporing serieus neemt, maar ook de grondrechten – en daarmee de veiligheid – van iedere Nederlander. En als dit Kabinet er niet aan wil, moeten onze volksvertegenwoordigers de overheid hiertoe aanzetten.
Europeanen hebben een ‘right to know’ – hebben Nederlanders dat dan niet? Wat vind jij?
6. Landelijke telecomdatabank: 2,6 miljoen opvragingen in 2010
Opsporingsdiensten raadpleegden hun landelijke databank met klantgegevens van alle Nederlandse telefonie- en internetconsumenten in 2010 2,6 miljoen keer. Weliswaar vertoont het aantal opvragingen voor het eerst in de geschiedenis een lichte daling, het aantal antwoorden van het Centraal Informatiepunt Onderzoek Telecommunicatie (CIOT) steeg met 14%.
De 2,6 miljoen opvragingen en 3,8 miljoen antwoorden (officiële bron) betreffen de klantgevens van telecombedrijven zoals adres, telefoonnummers en ip- en e-mailadressen. Het aantal antwoorden ligt hoger dan het aantal opvragingen, omdat op één raadpleging (‘welke klantgegevens heeft Jan Smit?’) vaak meerdere antwoorden komen (‘Jan Smit [1] belt met telefoonnummer A en surft onder ip-adres B, Jan Smit [2] heeft nummer X en ip-adres Y).
Sinds de oprichting van het CIOT circa twaalf jaar geleden is het aantal opvragingen jaarlijks explosief gestegen. Zes jaar geleden betrof het aantal opvragingen van dit ‘telefoonboek voor opsporingsdiensten’ nog circa 1 miljoen. Door de sterke groei is Nederland nu Europees koploper in het aantal opvragingen van aan bellen en internetten gerelateerde privé-gegevens. Dit hoge aantal lijkt zich nu dus te stabliseren.
Naast dit alarmerende aantal, staat ook de praktijk van de opvragingen ter discussie. Bits of Freedom vroeg aandacht voor stelselmatige privacyschendingen en de laconiek rondom het CIOT, wat leidde tot voorpaginanieuws en kamervragen. Vorige week nog rapporteerde Minister Verhagen aan de Tweede Kamer dat de uitkomsten van een onderzoek naar deze wanpraktijken in voorbereiding is.
Update (16:27 uur). Eerder schreven we dat het rapport openbaar was gemaakt naar aanleiding van een verzoek op grond van de Wet openbaarheid van bestuur. Dat is niet het geval: het ministerie van Veiligheid van Justitie heeft dit rapport uit eigen beweging openbaar gemaakt.