Gebruikershulpmiddelen

Site-hulpmiddelen


reglementen:hr2023

Huishoudelijk reglement

Horende bij de Statuten 2023.

Inleiding

De partij streeft haar doelen na door alle geëigende en wettige middelen in te zetten waaronder in het bijzonder, maar niet uitsluitend:

  1. Het vertegenwoordigen van de belangen van haar leden en het behartigen van de belangen van Nederlandse onderdanen bij overheden en instellingen waar dit gewenst of vereist zal blijken.
  2. het ontwikkelen en verdiepen van de uitgangspunten van de partij en het vergroten van haar invloed op onder meer de internationale, Europese, landelijke, provinciale en gemeentelijke politiek;
  3. het bevorderen van verkiezing van partijleden in de vertegenwoordigende lichamen;
  4. het voeren van politieke actie;
  5. het bevorderen van debat binnen de partij;
  6. het geven van voorlichting;
  7. het geven van bekendheid aan haar politieke doelstellingen via al dan niet digitale media.
  8. het onderhouden van banden met gelijkgestemde nationale en internationale politieke partijen en organisaties.
  9. het stichten van de voor haar uitvoering van haar taken noodzakelijke organen.

1. Lidmaatschap

Artikel 1.1: lidmaatschap

  1. Het verenigingsjaar is gelijk aan een kalenderjaar.
  2. Lidmaatschap wordt aangevraagd bij het partijbestuur. Het partijbestuur besluit tot toelating van leden. Bij niet-toelating tot lid kan de betreffende persoon beroep instellen bij de beroepscommissie.
  3. Om het lidmaatschap te kunnen verkrijgen moet een persoon de leeftijd van 14 jaar hebben bereikt.
  4. Redenen om kandidaat-leden niet toe te laten tot de partij kunnen zijn:
    • de verwachting dat zij de partij op onredelijke wijze zullen benadelen;
    • eerdere ontzetting uit de partij.
  5. Welke gegevens worden tenminste opgenomen in het ledenregister?
    • Lidmaatschapsnummer;
    • Voorletters, tussenvoegsel, achternaam, adres, postcode, woonplaats;
    • E-mailadres;
    • lid sinds;
    • lidmaatschap organen;
    • actief lid, functiedragend;
    • contributie voldaan;
    • geboortejaar (optioneel);
    • telefoonnummer (optioneel).
  6. Voor kandidaten op enige kieslijst worden de daarvoor vereiste aanvullende gegevens opgenomen.

Artikel 1.2: beëindiging lidmaatschap

1.2.1 Beëindiging door opzegging

  1. Opzegging door het lid kan schriftelijk of digitaal gebeuren. De opzegging zal binnen maximaal dertig dagen worden doorgevoerd door het secretariaat van de partij.
  2. Opzegging ontslaat het lid niet van de verplichting om de contributie van het lopende verenigingsjaar te voldoen.
  3. Aan het einde van het boekjaar wordt van de leden die hebben opgezegd de gegevens uit het ledenregister verwijderd.

1.2.2 Beëindiging door ontzetting

  1. Het lid of de leden die ontzetting uit de partij is aangezegd zijn per direct ontheven uit alle functies. Zij mogen op geen enkele wijze, zonder toestemming van het partijbestuur, namens de partij optreden of zich als lid van de partij voordoen.
  2. Leden die ontzetting uit de partij is aangezegd hebben, behalve wanneer het besluit door het partijcongres is genomen, recht van beroep bij de beroepscommissie;
  3. Een beroep bij de beroepscommissie moet binnen zeven dagen na ontvangst van de kennisgeving kenbaar zijn gemaakt bij de voorzitter van de beroepscommissie. Binnen één maand na ontvangst van de kennisgeving zal het beroep aangetekend moeten zijn bij de beroepscommissie.
  4. Hangende het besluit van de beroepscommissie blijft het lid geschorst.

Artikel 1.3: contributies en verplichtingen

  1. Jaarlijks stelt het partijbestuur de leden op de hoogte dat de contributies betaald moeten worden.
  2. De contributie kan ineens worden betaald, of in een aantal door de penningmeester te bepalen termijnen.
  3. De hoogte van de contributie wordt vastgesteld door het partijcongres. Bij wijziging van de contributie wordt hiertoe tenminste dertig dagen voor de besluitvorming een voorstel ingediend middels het hiertoe bestemde orgaan.
  4. Het partijbestuur kan besluiten tot een gedeeltelijke of volledige ontheffing van de contributieverplichting.

2. Algemene ledenvergadering

Artikel 2.1: aankondiging

  1. De aankondiging geschiedt uiterlijk dertig dagen voor de algemene ledenvergadering (ALV), ook genoemd het partijcongres.
  2. In de aankondiging staan tenminste:
    • de datum, tijd en locatie van het partijcongres;
    • hoe het partijcongres online te volgen is;
    • waar de agenda bekend wordt gemaakt.
  3. Het partijcongres komt tenminste eenmaal per kalenderjaar bijeen en zoveel meer als het partijbestuur dat nodig acht.
  4. Wanneer twee procent van het totaal aantal leden zich daarvoor uitspreekt, doch tenminste tien leden die geen lid zijn van het partijbestuur of de Raad van Toezicht, wordt met spoed een partijcongres uitgeroepen.
  5. Een spoed-ALV kan worden aangekondigd via de website en kan plaatsvinden minimaal twee dagen en maximaal acht dagen na aankondiging.

Artikel 2.2: organisatie, voorzitter en notulist

  1. De voorzitter van het partijbestuur of zijn plaatsvervanger treedt als voorzitter ook op tijdens het partijcongres, tenzij of het partijcongres of het partijbestuur een Technisch Voorzitter benoemt.
  2. De voorzitter kan op een partijcongres met een punt van orde bindend terecht gewezen worden.
  3. De secretaris van het partijbestuur of zijn plaatsvervanger treedt op als notulist tijdens het partijcongres, tenzij of het partijcongres of het partijbestuur een technisch notulist benoemt.
  4. Het partijbestuur kan een presidium benoemen. Het presidium bestaat uit drie tot negen leden welke samen verantwoordelijk zijn voor de organisatie van het partijcongres. Wanneer er geen presidium benoemt wordt treed het bestuur op als presidium.

Artikel 2.3: agenda en stukken

  1. Het presidium stelt de agenda samen.
  2. Bestuursleden, of groepen van tenminste drie leden, kunnen agendapunten aandragen.
  3. Ingezonden stukken dienen naar het presidium gestuurd te worden.
  4. Kandidaatstellingen dienen bij het presidium bekend gemaakt worden.
  5. Moties dienen bekend gemaakt te worden aan het presidium.
  6. Voor behandeling op het partijcongres dienen de in de vorige vier leden aangehaalde punten tenminste 72 uur voor aanvang van het partijcongres bekend te zijn bij het presidium. Deze punten worden uiterlijk binnen 48 uur na aanmelding openbaar gemaakt.
  7. De vergaderstukken zijn tenminste twee dagen voor de vergadering te verkrijgen op een door het bestuur nader te bepalen wijze.
  8. Bij aanvang van het partijcongres kunnen nieuwe agendapunten worden ingediend. De voorzitter zal deze achteraan op de agenda plaatsen, tenzij het partijcongres bij wijze van orde anders beslist.
  9. Moties kunnen ten alle tijde worden ingediend. Het partijcongres beslist over de behandeling van betreffende moties.

Artikel 2.4: aanwezigheid en deelname

  1. Alle leden hebben toegang tot het partijcongres.
  2. Het partijcongres is openbaar, tenzij:
    • sprake is van strijdigheden met de belangen van de vereniging. Zulks wordt bepaald met meerderheid van de uitgebrachte stemmen.
    • over personen wordt gepraat en het privacyrecht in het geding is, zulks op verzoek van een van de aanwezige stemgerechtigde leden.
  3. Als aanwezig worden meegerekend leden:
    • die fysiek aanwezig zijn bij het partijcongres, zij ontvangen de status aanwezig.
    • die op digitale wijze meedoen aan het partijcongres, zij ontvangen de status online.
  4. Bezoekers ontvangen de status toeschouwer.
  5. Een lid is online als deze op een andere locatie is dan de locatie van de vergadering, maar wel de vergadering volgt.
  6. Een lid volgt de vergadering als deze de zaken die ter stemming worden gebracht leest of hoort, of op een andere wijze te weten komt voordat stemming geschiedt.
  7. Het presidium maakt voorafgaand aan de vergadering bekend hoe er gestemd kan worden
  8. Het secretariaat is verantwoordelijk voor de controle van lidmaatschap van de aanwezigen.

Artikel 2.5: machtiging

  1. Een lid kan een ander lid machtigen, de gemachtigde kan dan indien deze aanwezig of online is een stem uitbrengen namens het vertegenwoordigde lid.
  2. Een machtiging moet voorafgaand aan het partijcongres bekend worden gemaakt aan het presidium:
    • schriftelijk getekend door de vertegenwoordigde en de gemachtigde.
    • op een andere betrouwbare wijze bevestigd door de vertegenwoordigde aan het presidium.
  3. Alleen een lid met stemrecht kan andere leden machtigen of gemachtigd worden.
  4. Eventuele stemadviezen die met een machtiging samengaan zijn niet bindend.
  5. Een machtiging vervalt zolang de vertegenwoordigde zelf aanwezig of online is.
  6. Per lid mag maximaal één machtiging worden verstrekt.

Artikel 2.6: vergaderreglement

  1. Spreekgerechtigd zijn:
    • niet geschorste leden;
    • functiedragende niet-leden van de partij;
    • gevolmachtigde sprekers: een lid kan een ander persoon machtigen om namens hem te spreken. Zijn status is dan vertegenwoordigde stem;
    • overige aanwezigen, nadat de voorzitter van het partijcongres op verzoek van de aanwezige deze het woord verleend.
  2. Een geschorst lid is bevoegd over het besluit tot schorsing het woord te voeren.
  3. Verkiezingen beginnen met een inleiding van de kandidaten.
  4. Onderwerpen worden in twee rondes besproken, tenzij de voorzitter van de vergadering anders besluit, of bij wijze van voorstel van orde anders wordt besloten.
  5. Aan het einde van een bespreekronde vind waar nodig een stemronde plaats.

2.6.1 Punt van orde

  1. Een punt van orde wordt onmiddellijk in een ronde besproken waarna het, na behandeling, tot stemming wordt gebracht.
  2. Een punt van orde betreft het verloop van de vergadering, niet inhoudelijk het onderwerp wat besproken wordt.
  3. Iedere aanwezige kan een punt van orde aandragen.
  4. Misbruik van een punt van orde zal bestraft worden door het presidium.

2.6.2 Moties

  1. Een motie kan alleen schriftelijk worden ingediend.
  2. Een motie kan tijdens het partijcongres worden ingediend wanneer zij steun krijgt van vijf personen.
  3. Het bespreken van de motie wordt toegevoegd aan de agenda, na behandeling van het handelende agendapunt.

Artikel 2.7: stemreglement

  1. Alle leden die niet geschorst zijn, zijn stemgerechtigd.
  2. Alle aanwezige leden hebben een gelijke stem.
  3. In een stemronde wordt gestemd over achtereenvolgens:
    • de volgorde van behandeling van amendementen, waarbij het meest verstrekkende voorstel als eerste wordt behandeld;
    • stemming over het handelende agendapunt;
    • alle moties waarover nog niet besloten is worden ter stemming gebracht.
  4. Online leden dienen te stemmen via de daarvoor bestemde tool. Bij ontbreken of disfunctioneren van de tool dienen zij stemmen kenbaar te maken bij het presidium.
    • Het presidium meldt voor de vergadering hoe je de vergadering kan volgen en hoe zij bereikbaar is tijdens de vergadering. Het presidium kan andere manieren toestaan.
  5. Stemmen bij volmacht is toegestaan. Zie omtrent de voorwaarden het artikel machtiging. De stem bij volmacht wordt uitgebracht door de gemachtigde.

2.7.1 Stemming over zaken

  1. Wanneer geen der stemgerechtigden stemming aanvraagt, wordt het voorstel geacht te zijn aangenomen
  2. Wordt er stemming aangevraagd dan wordt gestemd per handopsteken
  3. Men kan stemmen met de volgende mogelijkheden:
    • voor: wanneer men het eens is met het gedane voorstel;
    • tegen, wanneer men het oneens is met het gedane voorstel;
    • blanco, wanneer men het eens, noch oneens is met het voorstel, of uit protest;
    • onthouden, wanneer men onvoldoende is geïnformeerd of zichzelf anderszins niet in staat acht een juist besluit te nemen.
  4. Een voorstel is aangenomen indien het aantal voor-stemmen het aantal tegen-stemmen plus het aantal blanco-stemmen overtreft.
  5. Is daarentegen het aantal voor-stemmen groter of gelijk aan het aantal tegen-stemmen en tegelijkertijd kleiner dan het aantal tegen-stemmen plus het aantal blanco-stemmen, dan wordt het voorstel opnieuw voor een ronde in behandeling genomen en opnieuw in stemming gebracht.
  6. Het voorstel wordt dan geacht te zijn aangenomen indien het aantal voor stemmen groter is dan het aantal tegen-stemmen, ongeacht het aantal blanco-stemmen.

2.7.2 Punt van orde

  1. Wanneer een punt van orde ter stemming wordt gebracht kan men kan voor- of tegenstemmen of zich van stemming onthouden. Bij het staken der stemmen wordt het voorstel geacht te zijn verworpen.
  2. Het voorstel wordt dan geacht te zijn aangenomen indien het aantal voor stemmen groter is dan het aantal tegen-stemmen.

2.7.3 Stemming over personen

  1. Stemming over personen geschiedt per handopsteken, tenzij een der aanwezige leden of betrokken personen om schriftelijke stemming verzoekt.
  2. Bij schriftelijke stemming draagt het presidium zorg voor stembriefjes.
  3. Een stembriefje vermeldt bij stemming over één persoon de opties ‘voor’, ‘tegen’, ‘blanco’ en ‘onthouding’.
  4. Een stembriefje vermeldt bij stemming over meerdere personen: aanduiding van de personen en de optie blanco en onthouding.
  5. Een stemming over één persoon is aangenomen indien het aantal voor-stemmen het aantal tegen-stemmen plus het aantal blanco-stemmen overtreft.
  6. Is daarentegen het aantal voor-stemmen groter of gelijk aan het aantal tegen-stemmen en tegelijkertijd kleiner dan het aantal tegen-stemmen plus het aantal blanco-stemmen, dan wordt het voorstel opnieuw voor een ronde in behandeling genomen en opnieuw in stemming gebracht.
  7. Het voorstel wordt dan geacht te zijn aangenomen indien het aantal voor stemmen groter is dan het aantal tegen-stemmen, ongeacht het aantal blanco-stemmen.

2.7.4 Verkiezing van personen

  1. Een lid kan alleen zichzelf kandidaat stellen.
  2. Een lid moet steun hebben van tenminste twee andere leden om zichzelf kandidaat te kunnen stellen.
  3. Voor enkele functies zal het partijcongres een selectiecommissie instellen om een kandidaat of om kandidaten voor te dragen. Dit betreft een niet-bindend advies aan het partijcongres.
  4. Een kandidaat hoeft niet aanwezig te zijn om verkozen te kunnen worden.
  5. Verkiezingen van personen geschiedt per handopsteken, tenzij een der aanwezige leden of kandidaten om schriftelijke stemming verzoekt.
  6. Bij schriftelijke stemming draagt het presidium zorg voor stembriefjes.
  7. Een stembriefje vermeldt bij verkiezing van één persoon de opties ‘voor’, ‘tegen’, ‘blanco’ en ‘onthouding’.
  8. Een stembriefje vermeldt bij verkiezing van meerdere personen: aanduiding van de personen en de optie blanco en onthouding.
  9. Indien er meer kandidaten zijn dan posities worden de kandidaten op volgorde van meeste voor-stemmen aangesteld.
  10. Wanneer er evenveel, of meer posities zijn dan kandidaten, worden enkel de kandidaten die cumulatief een positieve score hebben behaald geacht te zijn verkozen.
  11. Indien op twee of meer kandidaten een gelijk aantal geldig uitgebrachte stemmen is uitgebracht, vindt éénmaal een herstemming plaats. Indien ook deze herstemming geen uitsluitsel biedt, beslist het lot.
  12. Wanneer na stemming nog niet alle plaatsen zijn opgevuld, beslist het partijcongres bij voorstel van orde over de verdere gang van zaken.
  13. Een kandidaat kan het accepteren van zijn positie afhankelijk maken van de uitslag van de stemming voor een andere positie.
  14. Een kandidaat mag na zijn verkiezing de positie weigeren.

Artikel 2.8: Selectiecommissie

  1. Voor vacante posities zal het partijcongres een selectiecommissie kunnen benoemen. Dit geldt tenminste voor:
    • partijbestuurders
    • leden van de Raad van Toezicht
    • leden van de beroepscommissie
    • leden van de kascommissie
  2. Een selectiecommissie bestaat uit
    • één huidig functiedragende betreffende de vacante positie, deze treedt tevens op als voorzitter van de selectiecommissie.
    • één lid van de partij.
    • één onafhankelijke persoon, bij voorkeur geen lid van de partij.
  3. De selectiecommissie wordt opgericht op het moment dat er een vacante positie is en blijft bestaan tot de positie vervuld is.
  4. De selectiecommissie heeft als taak kandidaten voor de betreffende vacante positie te selecteren.
  5. De selectiecommissie geeft een niet-bindend advies aan het partijcongres betreffende de kandidaten. Bij verkiezing van meerdere kandidaten geven zij een advies met volgorde voor maximaal het aantal vacante posities.
  6. De selectiecommissie kan gevraagd en ongevraagd een bijdrage leveren aan het profiel van de kandidaat die gezocht wordt.
  7. De selectiecommissie draagt tenminste acht dagen voor het partijcongres kandidaten voor.
  8. Andere kandidaten kunnen zich tot achtenveertig uur voor aanvang van het partijcongres aanmelden, mits zij gesteund worden door tenminste vijf andere leden.
  9. De selectiecommissie schrijft een evaluatie van haar bevindingen na afloop van de procedure.
  10. Sollicitanten kunnen geen lid zijn van een selectiecommissie.
  11. Leden van een selectiecommissie zijn verkiesbaar voor één der functies binnen de partij.

Artikel 2.9: Functiedragenden

  1. Functiedragenden zijn:
    • leden van het partijbestuur;
    • leden van de Raad van Toezicht;
    • leden van de beroepscommissie;
    • leden van de kascommissie;
    • coördinatoren van organen die vallen onder verantwoordelijkheid van het bestuur.
  2. Over deze functiedragenden dient het partijcongres zijn goedkeuring te geven.
  3. In sommige gevallen zal een functiedragende reeds een periode in de functie functioneren alvorens er een partijcongres plaatsvindt. Het partijcongres geeft dan goedkeuring met terugwerkende kracht.
  4. Functiedragenden dienen verantwoording af te leggen aan het partijcongres.

Artikel 2.10: Organen

  1. Het partijcongres kent een aantal vaste organen. Daarnaast kan het partijcongres personen, commissies of andere organen instellen die onder verantwoording van het partijcongres werken.
  2. Bij benoeming worden door het partijcongres kaders meegegeven waarbinnen geopereerd kan worden.
  3. Bij benoeming wordt het doel en de tijd vastgesteld.
  4. Door het partijcongres wordt vastgesteld hoe en hoevaak tenminste communicatie plaatsvindt.
  5. Op het eerstvolgende partijcongres wordt verantwoording afgelegd over de werkzaamheden.

Artikel 2.11: Kascommissie

  1. De vereniging kent een kascommissie.
  2. De kascommissie bestaat uit minimaal twee leden.
  3. Leden worden benoemd voor een onbepaalde periode.
  4. De leden van de kascommissie kunnen geen andere functiedragende rollen vervullen binnen de partij.
  5. De last van de kascommissie kan te alle tijde door het partijcongres worden herroepen, doch slechts door benoeming van een andere kascommissie.
  6. Leden worden verkozen op voordracht van de selectiecommissie.

Artikel 2.12: Raad van Toezicht

  1. De vereniging kent een Raad van Toezicht.
  2. Benoeming van leden van de Raad van Toezicht vind plaats op de Algemene Leden vergadering op voordracht van de selectiecommissie.
  3. De Raad van Toezicht bestaat uit tenminste drie en maximaal negen personen.
  4. De benoeming van een lid van de Raad van Toezicht is voor de periode van minimaal één en maximaal vijf jaar.
  5. Leden van de Raad van Toezicht kunnen geen functie uitoefenen binnen het partijbestuur.

Artikel 2.13: Geschillen- en beroepscommissie

  1. De vereniging kent een geschillen- en beroepscommissie, ook te duiden als beroepscommissie.
  2. De beroepscommissie bestaat uit zes leden, waarvan er telkens drie actief verbonden zijn aan een casus.
  3. De leden van de beroepscommissie dienen integriteit te waarborgen en zorgen voor verenigbaarheid van hun functie en de casus waaraan zij actief verbonden zijn.
  4. Ieder jaar worden drie leden van de beroepscommissie verkozen door het partijcongres, op voordracht van de selectiecommissie.
  5. De leden van de beroepscommissie worden benoemd voor een periode van twee jaar.
  6. Leden van de beroepscommissie zijn terstond herkiesbaar.

3. Organisatie

Artikel 3.1: Partijbestuur

  1. De vereniging kent een partijbestuur. Hierna ook aan te duiden als bestuur, dagelijks bestuur, partijtop of anderszins van dezelfde strekking.

3.1.1 Taken en verantwoordelijkheden

  1. De taken van het bestuur zijn tenminste, maar niet uitsluitend:
    • coördineren van werkzaamheden, activiteiten en gebeurtenissen binnen de partij;
    • het faciliteren van de vrijwilligers binnen de partij;
    • het verzorgen van de administratie.
  2. Het partijbestuur is voor zijn beleid verantwoording verschuldigd aan het partijcongres.
  3. Het partijbestuur verschaft het partijcongres alle nodige en gevraagde informatie.
  4. Het partijbestuur benoemt uit zijn midden tenminste een voorzitter, secretaris en penningmeester.

3.1.2 Voorzitter

  1. De voorzitter leidt de vergadering van het partijbestuur.
  2. De voorzitter vertegenwoordigt de vereniging in eerste instantie bij de overheden van de instellingen als genoemd in 'artikel middelen het achtste lid' van de statuten.
  3. De voorzitter verzorgt in eerste instantie de overige externe contacten.

3.1.3 Secretaris

  1. De secretaris is in eerste instantie verantwoordelijk voor de verzorging van het archief, de correspondentie en de ledenadministratie.
  2. De secretaris is verantwoordelijk voor het tijdig aankondigen en de verslaglegging van het partijcongres.

3.1.4 Penningmeester

  1. De penningmeester is in eerste instantie belast met het beheer van de gelden van de vereniging. Hiermee is de penningmeester verantwoordelijk voor het innen van de aan de vereniging verschuldigde gelden en het verrichten van betalingen.

3.1.5 Besluitvorming

  1. Het partijbestuur neemt besluiten bij enkelvoudige meerderheid.
  2. Voor een geldige besluitvorming geldt een aanwezigheid van tenminste de helft van de leden van het partijbestuur.
  3. Voor besluitvorming over schorsing of royement van leden of organen geldt dat alle bestuurders bij de stemming aanwezig moeten zijn.
  4. Financiële verplichtingen en verbintenissen kunnen alleen worden aangegaan met medewerking van de penningmeester, of drie andere bestuursleden. In het laatste geval zijn zij verantwoordelijk.

3.1.6 Samenstelling en benoeming

  1. Benoeming van leden van het partijbestuur vind plaats op het partijcongres op voordracht van de selectiecommissie.
  2. Tenminste de helft van de leden van het partijbestuur bestaat uit leden van de partij.
  3. Het partijbestuur bestaat uit tenminste drie en maximaal negen personen.
  4. De benoeming van een lid van het partijbestuur is voor de periode van minimaal één jaar.
  5. De benoeming van het lid van het partijbestuur kan voor bepaalde tijd zijn.
  6. De opzeggingstermijn van een partijbestuurder is tenminste twee maanden.
  7. De samenstelling en functieverdeling van het partijbestuur wordt besloten door de zittende partijbestuurders.
  8. Wijzigingen in samenstelling of functie worden ter goedkeuring voorgelegd aan het partijcongres. Goedkeuring kan achteraf plaatsvinden.
  9. Leden van het partijbestuur kunnen te allen tijde, tezamen of afzonderlijk, door het partijcongres als lid van het partijbestuur met opgaaf van reden worden ontslagen of geschorst. Indien leden van het partijbestuur worden geschorst of ontslagen, nemen de nog zittende partijbestuurders de taken waar. Wanneer het voltallige partijbestuur wordt ontslagen of geschorst dient het partijcongres de taken waar te nemen tot een nieuw partijbestuur benoemd is.
  10. Voor schorsing van partijbestuursleden geldt een quorum van twee procent van het ledenaantal die de schorsing steunen, doch tenminste twintig leden.

3.1.7 Organen van het partijbestuur

  1. Het partijbestuur kent een aantal organen, beter bekend als werkgroepen, commissies en projectgroepen die onder verantwoording van het partijbestuur werken.
  2. Het partijbestuur kan organen instellen die tijdelijk of permanent van aard zijn.
  3. Het partijbestuur kan zijn eigen organen opheffen.
  4. Ieder orgaan heeft een bestuursverantwoordelijke. De bestuursverantwoordelijke is het eerste aanspreekpunt wanneer het dit orgaan betreft.
  5. Ieder orgaan kent een coördinator, welke geen deel uitmaakt van het partijbestuur. De coördinator kan ook voorzitter of iets anders van dezelfde strekking worden genoemd. De functie wordt altijd gevolgd door de naam van het orgaan.
  6. Bij ontbreken van een coördinator neemt de bestuursverantwoordelijke zijn taken waar.
  7. De coördinator van het orgaan geeft periodiek een evaluatie en legt verantwoording af aan het partijcongres.
  8. Het bestuur stelt de kaders waarbinnen het orgaan mag werken.
  9. Het orgaan bepaald in overleg met het bestuur zijn eigen doel.
  10. Het orgaan bepaald zijn eigen werkwijze.
  11. Een overzicht met de organen van het bestuur en zijn coördinatoren is te vinden middels de website van de Piratenpartij.

Artikel 3.2: Afdelingen

  1. Een afdeling heeft tot doel deel te nemen aan lokale politiek.
  2. Bij de Kamer van Koophandel geregistreerde afdelingen kunnen met toestemming van de partij de naam Piratenpartij voeren.
  3. Deze toestemming wordt stilzwijgend verlengd.
  4. Het partijbestuur is gemachtigd beperkende maatregelen te treffen wanneer een afdeling de partij op onredelijke wijze benadeeld.
  5. De betreffende afdeling mag hiertegen in beroep gaan bij de beroepscommissie of dit voorleggen aan een partijcongres. De beroepscommissie bepaalt of de beroepsprocedure opschortend werkt.
  6. Afdelingen onderschijven de doelen van de partij. Dit komt duidelijk tot uitdrukking in de oprichtingsdocumenten.
  7. Een afdeling heeft een eigen bestuur.
  8. Voor afdelingen van geografische aard zoals kiesregio, kiesdistrict, (deel-)gemeente, geldt dat de leden van de partij die geregistreerd staan met een adres in hetzelfde geografische gebied:
    1. Automatisch lid zijn van de afdeling.
    2. Leden kunnen zich hiervoor afmelden.
  9. Bij ontbinding komen de middelen toe aan de Piratenpartij Nederland.

4. Politieke vertegenwoordigers

Artikel 4.1: Vereiste

  1. Elke politieke vertegenwoordiger onderschrijft de kernpunten.

5. Geldmiddelen

Artikel 5.1: Geldmiddelen

  1. Pro memorie: nadere regels omtrent beheer en gebruik van geldelijke fondsen kunen hier worden gesteld.

Artikel 5.2: Donateurs

  1. Het donateursschap kan te alle tijde door het partijbestuur of door de donateur door opzegging worden beëindigd, met dien verstande dat bij opzegging door de donateur de jaarlijkse bijdrage voor het lopende boekjaar verschuldigd blijft.

6. Slotbepaling

  1. Het partijbestuur is bevoegd in elk onvoorzien, spoedeisend geval in naam van de partij te beslissen, onverminderd haar verantwoordelijkheid tegenover het partijcongres.
  2. De Nederlandse wet prevaleren de statuten, ook waar deze geen dwingend recht bevatten.
  3. De statuten prevaleren het huishoudelijk reglement.
  4. De statuten treden in werking nadat hiervan notariële akte is opgemaakt.
reglementen/hr2023.txt · Laatst gewijzigd: 2023/12/22 15:16 door waBrandsma