Gebruikershulpmiddelen

Site-hulpmiddelen


auteursrechten_instanties:riaa

Recording Industry Association of America (RIAA)

De Recording Industry Association of America (RIAA) is een Amerikaanse handelsorganisatie die claimt dat zij de Amerikaanse platenmaatschappijen vertegenwoordigt. De leden bestaan zowel uit platenmaatschappijen en distributeurs, waarvan de RIAA zegt dat zij “85% van alle geluidsopnamen produceren en distrubueren die in de VS verkocht worden”.1) De RIAA is in 1952 opgericht, in de eerste instantie om de opnamestandaard voor langspeelplaten te handhaven (de RIAA equalization curve). Naast dit toezicht op de technische aspecten van geluidsdragers werpt de organisatie zich echter ook op voor de handhaving van het auteursrecht. Een derde functie van de organisatie is het toewijzen van gouden danwel platinum platen voor uiterst succesvolle singles.

Naar eigen zeggen kent de RIAA de volgende doelstellingen:

  • het beschermen van auteursrecht en de rechten van artiesten verkregen uit het Eerste Amendement van de Amerikaanse grondwet.
  • het verrichten van onderzoek naar de muziekindustrie als geheel.
  • het overzien van relevante wetgeving en beleidsvorming.

Bedrijfsstructuur en financiën

De RIAA werkwijze samengevat. Sinds april 2007 staat de RIAA onder leiding van Mitch Bainwol, voorzitter en CEO sinds 2003. Hij wordt ondersteund door Cary Sherman, de President van de Raad van Bestuur. Dit bestaat uit 26 leden die voornamelijk voortkomen uit de 4 grote leden van de RIAA.2)

De RIAA claimt meer dan 1600 leden te vertegenwoordigen, bestaande uit private instellingen zoals platenmaatschappijen en distributeurs. De vier grootste en meest invloedrijke leden vormen samen de “Grote Vier”:

  • EMI
  • Sony Music Entertainment
  • Universal Music Group
  • Warner Music Group

De totale verkoopwaarde van de leden van de RIAA werd eind 2007 geschat op $ 10.4 biljoen (€ 7.7 biljoen).3). Dit is een sterke daling ten opzichte van 1999, toen het om $14.6 biljoen (€ 10.9 biljoen) ging.

Oppositie tegen filesharing

De RIAA stelt zich fel op tegen het delen van muziek, ondanks dat onderzoek veelvuldig heeft aangetoond dat financiële impact hiervan verwaarloosbaar is.4) 5)

De organisatie is berucht vanwege diens grote rechtszaken tegen internet service providers. Daarnaast is het ook actief beleid om individuele eindgebruikers aan te klagen, waaronder studenten en ouders. In diens strijd wordt regelmatig gebruik gemaakt van technieken zoals P2P “decoying” en “spoofing”.6) 7)

Sinds eind 2008 kent de RIAA ook een nieuwe aanpak waarbij ISP's worden gesommeerd drie waarschuwingen aan hun klanten uit te schrijven, waarna vervolgens het internet volledig wordt afgesloten.8) Geen enkele noemenswaardige ISP heeft echter aangegeven hier deel aan te nemen.9)

Juridische conflicten

De RIAA selecteert diens juridische doelwitten op basis van de identificatie van het IP-adres. Hierdoor komt men automatisch uit bij de afnemer zoals deze bij de ISP is geregistreerd.10) Hierdoor is het zeer onzeker of dit ook daadwerkelijk de gebruikers is die aan filesharing doet, en heeft de RIAA ook geen verdere kennis van de persoon die aangeklaagd wordt. Een veelgebruikte tactiek is om alvorens met een rechtszaak te dreigen eerst aan te drinen op een financiële compensatie. Hierbij moet men dan beloven om voortaan af te zien van muziek filesharing en een boetebedrag voldoen van $ 750,- (€ 560,-) per werk. De RIAA bepaald hierbij het aantal werken dat in overtreding is. Als men weigert akkoord te gaan met deze compensatie voert de RIAA zijn dreigement van een rechtszaak uit. Hierbij gebruikt men dan de The Digital Theft Deterrence and Copyright Damages Improvement Act van 1999 om financiële eisen van maximaal $ 150.000,- (€ 112.000,-) per werk te eisen. Dit leidt tot ronduit absurde bedragen zoals in de zaak RIAA v. Tenenbaum, waarin Joel Tenenbaum $ 675.000,- moest betalen voor het delen van 30 muzieknummers. Bij de rechtszaak RIAA v. Jammie Thomas-Rasset ging het zelfs om een bedrag van $ 1.920.000,- (€ 1.400.000,-) voor het delen van 24 muzieknummers.11) 12)

De Electronic Frontier Foundation en Public Citizen hebben zich kritisch opgesteld tegen deze agressieve handelswijze, in de eerste plaats omdat het individuele eindgebruikers hun anonimiteit ontneemt, maar daarnaast heeft deze procedure ook bijzonder weinig effect om filesharing terug te dringen.13) 14) Deze beruchte methode heeft ook tot bijzonder droevige situaties geleid waarin hun aanklacht beland bij de verkeerde mensen, zoals een 83 jaar oude vrouw die recentelijk overleden was en helemaal geen computer in bezit had.15) 16)

Financiële compensaties

In februari 2007 begon de RIAA dreigbrieven te sturen naar internetgebruikers. Deze stuurde hen naar p2plawsuits.com, waar ze “met korting” hun boete per creditcard konden afbetalen.17) Mensen die hier niet op ingingen werden vervolgens aangeklaagd. De compensaties konden gemakkelijk oplopen tot bedragen zoals $ 12.000,- (€ 9000,-). Met deze nieuwe strategie trachtte de RIAA meer inkomen te generen door de traditionele juridische kosten te ondervangen.18) In 2008, RIAA sued nineteen-year-old Ciara Sauro for allegedly sharing ten songs online.19)

De RIAA kwam ook met een “vroege compensatie”, waarbij ISPs en universiteiten werden benaderd om hun gebruikers te berichten over snelle compensaties waarbij de anonimiteit van de gebruikers gegarandeerd zou blijven. Men vroeg om zoveel mogelijk bewijs te bewaren en drong er bij eindgebruikers op aan om via p2plawsuits.com hun compensatie te betalen via credit card.20) By March 2007, the focus had shifted from ISPs to colleges and universities.21) Deze ronduit dubieuze praktijken lijken nooit echt veel succes te hebben gehad en p2plawsuits.com is inmiddels dan ook offline gehaald.

Rechtszaken tegen andere takken van de muziekindustrie

In oktober 1998 verzette de RIAA zich langs juridische weg tegen de ontwikkeling van de Diamond Multimedia Rio PMP300 speler, die volgens hen de Audio Home Recordings Act overtrad. Deze draagbare mediaspeler vormde een van de eerste MP3 spelers die beschikbaar was voor de consumentenmarkt. Toen drie rechters Diamond in het gelijk stelde verloor de RIAA diens laatste poging om de ontwikkeling van MP3 spelers stop te zetten en brak de markt open, met grote technologische ontwikkelingen tot gevolg.22)

In 2003 kwam de RIAA met een aanklacht tegen de ontwikkelaars van de zoekmachines Phynd en Flatlan, die volgens hen “een goed ontwikkeld netwerk om wereldwijd muziek te stelen” vormden.23) 24) In datzelfde jaar werd een civiele zaak aangespannen tegen een aantal grootgebruikers van de filesharing dienst Kazaa. In reactie hierop kwam Sharman Networks, de publicist van Kazaa met een rechtszaak tegen de RIAA, omdat voor het onderzoek de gebruikersvoorwaarden geschonden waren en ongeautoriseerde client-software was gebruikt om individuele eindgebruikers op te sporen.

In 2006 kwam de RIAA met een rechtszaak tegen XM Satellite Radio, waarbij betalende klanten nummers konden afspelen die via satelliet uitzending werden verstuurd.25) Daarnaast treedt de RIAA hard op tegen online radio stations.26) Ook in 2006 richtte de RIAA zijn juridische pijlen op de Russische site AllOfMP3.com voor een bedrag van $ 1.650.000.000.000,- (€ 1.235.000.000.000,-). Dit ridicuul hoge bedrag ontstond nadat 11 miljoen muzieknummers waren vermenigvuldigd met een claim van $ 150.000,- per nummer. Deze rechtzaak werd gewonnen door AllOfMP3.com.27)

Op 12 oktober 2007 diende de RIAA een aanklacht in tegen Usenet.com, hopende op een permanent verbod tegen het bedrijf in hun bijdrage aan het “ondersteunen, aanmoedigen, toestaan, verleiden, veroorzaken, fysiek bijdragen aan en op andere wijze faciliteren van filesharing. Met deze aanklacht was weer een nieuwe zijtak van de RIAA ontstaan in de strijd tegen filesharing. Opvallend genoeg was deze aanklacht gericht tegen een bedrijf dat er op zichzelf helemaal niets mee te maken heeft. Een jaar later richtte de RIAA zich ook tegen het Project Playlist, een online muziek zoekmachine, omdat diens zoek index naar auteursrechtelijk beschermd materiaal zouden linken. In werkelijkheid stond niets van de muziek daadwerkelijk op de eigen servers van Project Playlist.

Recentelijk, in oktober 2010 bracht de RIAA het P2P filesharing netwerk LimeWire ten val.28) In reactie hierop volgde op 29 oktober een tegenactie van de groep Anonymous. Als onderdeel van hun Operation Payback haalde zij de website riaa.org offline.29)

De "work made for hire" controverse

In 1999 slaagde Mitch Glazier, een aanklager voor het Amerikaanse Congres, er in om zonder dat dit publiekelijk bekend werd een aantal “technische aanpassingen” te maken aan een wetsvoorstel aangaande auteursrecht. Door zijn bewoordingen werden vele muziekopnames geclassificeerd als “works made for hire” (“ingehuurde werken”). Hiermee werden de artiesten van deze nummers van al hun auteursrechtelijke belangen ontdaan, en werden deze overgeplaatst naar hun platenmaatschapppijen.30) 31) Deze hoogste controversiële actie werd uitgevoerd in opdracht van de RIAA, die op deze slinkse wijze het democratisch proces trachtte te ontduiken. Kort daarna werd Glazier door de RIAA in dienst genomen als Senior Vice President voor Overheidsrelaties en Wetgeving. De RIAA stelde ook alles in het werk om deze aanpassing definitief te maken toen deze aan het licht kwam.32) In een tegenreactie ontstond echter de Recording Artists's Coalition, die er met succes in slaagde deze wijziging terug te draaien.33)

Humor en parodie

Door de beruchte en controversiële praktijken van de RIAA is deze meer dan eens het onderwerp van humor en spot geworden.


Zie ook

auteursrechten_instanties/riaa.txt · Laatst gewijzigd: 2017/09/10 15:10 door 46.229.168.75